Meer omzet, meer faillissementen en minder woningen
Bouwsectorveelvuldig in het nieuws
De bouwsector was de afgelopen tijd veelvuldig in het nieuws. Het CBS wist te melden dat de omzet van de bouw in het eerste kwartaal van 2023 met 12,3 procent is gestegen vergeleken met een jaar eerder. Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen was in het eerste kwartaal ruim een kwart lager dan een jaar eerder en in dezelfde periode gingen er meer bouwbedrijven failliet
Hogere prijzen
De omzetstijging in de bouw komt voor een belangrijk deel door hogere prijzen. Zo waren de binnenlandse afzetprijzen van de hout- en bouwmaterialen industrie 15,6 procent hoger dan een jaar eerder en steeg de omzet met 8,6 procent. In de burgerlijke en utiliteitsbouw is de omzet met 8,6 procent gestegen, bijna evenveel als vorig jaar. De grond-, water- en wegenbouw (GWW) deed het met een groei van 11,3 procent een stuk beter dan een jaar eerder. De omzet steeg toen met nog geen vijf procent. Gespecialiseerde bouwbedrijven behaalden een groei van 15,8 procent, ruim vijf procent meer dan vorig jaar.
Faillissementen
Ondanks de omzetstijging gingen er wel meer bouwbedrijven failliet in het eerste kwartaal van 2023. In totaal waren heter 92. In dezelfde periode vorig jaar waren het er 77. Het aantal faillissementen is daarmee al vier kwartalen op rij gestegen. De meeste faillissementen kwamen voor bij de gespecialiseerde bouw (52). Verder werd in de eerste drie maanden van dit jaar voor 12,8 duizend te bouwen woningen een vergunning afgegeven, het laagste aantal sinds het tweede kwartaal van2016. Dit is bijna 28 procent minder dan in het eerste kwartaal van 2022.
Forse dip in 2024
Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen is een indicator voor het aantal woningen dat in de nabije toekomst gebouwd wordt. De gemiddelde doorlooptijd vanaf de vergunningverlening is ongeveer twee jaar. Dit betekent dat in 2024 een forse dip zal komen in de nieuwbouw van woningen. Bouwkosten en rente die stijgen én een gebrek aan bouwgrond staan de kabinetsdoelstelling om voor 2030 900.000 woningen te bouwen flink in de weg. Daarnaast is de afgelopen periode de vraag naar huisvesting verder toegenomen. De Nederlandse bevolking groeide in2022 – vooral door migratie – bijna twee keer zo hard als in 2021 (227.000 tegenover 115.000).
Versnellingsgesprekken
Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) roept provincies en gemeenten onder meer op uit te kijken naar alternatieve locaties wanneer projecten vertragen of stilvallen door bijvoorbeeld hogere rentes en gestegen bouwkosten. Dit zodat de bouw toch door kan gaan. Daarnaast stelde het kabinet recent ruim een half miljard euro beschikbaar voor: de start-bouwimpuls(minimaal 250 miljoen euro) en de versnelde realisatie van flexwoningen (300 miljoen euro). De minister wil daarom van de regio’s weten wat er nodig is om door te blijven bouwen. Daarover gaan versnellingsgesprekken van start, die moeten zorgen voor een regionale doorbraak om de bouwproductie op peil te houden. Voor iedere locatie die vertraagt, moet een andere locatie worden aangewezen of versneld. Het kabinet komt met plannen om de bouw van een gemiddelde woning stevig terug te brengen, van 10 jaar naar enkele jaren. Gelijkschakelen van procedures levert volgens het kabinet tijdwinst op, ook door bij inspraak rekening te houden met de belangen van toekomstige bewoners.