Eddy Oostra | Mede-eigenaar Van Eysinga & Oostra c.s. rentmeesters & juristen | Sneek
In de rubriek ‘Vijf op een rij’ stellen we een makelaar/taxateur vijf vragen over zijn of haar vak. Deze keer is het de beurt aan rentmeester Eddy Oostra. Hij is tevens mede-eigenaar van Van Eysinga & Oostra c.s. rentmeesters & juristen in Sneek.
Ligt u zakelijk wel eens ergens wakker van?
“In het begin van mijn carrière gebeurde dat weleens, maar met bijna 30 jaar ervaring in het vak is dat niet meer het geval. Daarnaast biedt ons kantoor een breed scala aan diensten aan, waardoor je marktschommelingen gemakkelijker kunt opvangen. Ik maak me soms wel eens zorgen over de politieke daadkracht in ons land. Het is toch vaak korte termijn denken. Agrariërs hebben behoefte aan toekomstperspectief.”
Hoe ziet het rentmeestersvak er over vijf jaar uit?
“Ik denk boeiend. Het vak staat niet stil. Nieuwe beleidsvormen zullen uitdagingen blijven geven. Hier zul je handen en voeten aan moeten geven en dat maakt het voor mij aantrekkelijk. Ook het vinden van medewerkers zal een uitdaging blijven. Waar je vroeger misschien wel 100 brieven kreeg op een vacature, is dat nu nog maar een fractie ervan. Dit vergt iets van je als ondernemer en ik vind dat persoonlijk een mooie uitdaging. Daarnaast zal in ons vak het ‘zorgen voor een zo hoog mogelijk rendement’ steeds meer transformeren in ‘zorgen vooreen zo’n optimaal mogelijk rendement op de lange termijn’.”
Is ieder vastgoed object te verkopen?
“Ja, maar dat behoeft wel een nuance. De juiste prijsstelling en marketing is natuurlijk enorm belangrijk bij de verkoop. Wat wel een probleem is geworden, is de financiering van agrarisch vastgoed. Er zijn nog maar weinig agrariërs die een dermate kasstroom hebben dat ze niet afhankelijk zijn van alternatieve financieringspartijen. Er zijn voldoende agrariërs die best wel willen uitbreiden met een tweede boerderij, maar dit simpelweg niet gefinancierd krijgen omdat het rendement op de investering te laag is. En dan kan dus de situatie ontstaan dat een object niet te verkopen is, omdat de kopers het niet gefinancierd krijgen.”
Van welke fout in uw vak heeft u het meest geleerd?
“Ik ben een mens, dus maak ik ook fouten. Wat ik in de loop der jaren geleerd heb, is op de juiste manier communiceren. In onze branche werk je vaak voor familiebedrijven waar de derde of vierde generatie aan het roer staat. Emoties spelen in een agrarisch bedrijf vaak een belangrijke rol. Grond en gebouwen zijn vaak familiehistorie. Het is belangrijk om daar op de juiste manier over te communiceren. Anderzijds hebben we soms te maken met juridisch lastige situaties en dat vergt weer een ander type communicatie.”
Stel u wordt morgen de nieuwe voorzitter van NRVT. Wat zou u veranderen?
“Ik vind het NRVT overigens een goed instituut, maar ben niet beschikbaar voor deze functie. In het geval van ‘stel dat’ zou ik wel een paar dingetjes veranderen. Zo zou ik graag een beter toetsingskader voor de taxateur zien. Verder zou ik meer aandacht vestigen op marktkundigheid in plaats van procesvaardigheden. Opleidingen zouden meer moeten aansluiten bij de praktijk. Faciliteer dat er meer kennis en kunde onder elkaar wordt uitgewisseld in plaats van online lessen volgen van achter de computer.”
